Botontkalking
Botontkalking is een veelgebruikte, maar eigenlijk onjuiste term voor osteoporose. Het is een ziekte waarbij het bot steeds poreuzer wordt. Wel is het zo dat de botten geleidelijk aan dunner en minder stevig worden. Mensen die botontkalking hebben, merken daar in het begin niets van. Het poreus worden van de botten gaat heel geleidelijk, maar uiteindelijk kunnen ze breken. Soms heeft botontkalking blijvende invaliditeit en langdurige pijn tot gevolg.
|
Verschijnselen die kunnen wijzen op botontkalking zijn: pols-, heup-, en wervelbreuken, (lage) rugpijn én veranderingen in de lichaamshouding. Veel oudere mensen met botontkalking gaan krommer lopen en ogen daardoor kleiner. |
Om te begrijpen hoe botontkalking ontstaat moet je iets weten over het skelet. Na de groei blijft het skelet namelijk niet onveranderd. Bij een volgroeid, gezond mens worden steeds microscopisch kleine deeltjes bot afgebroken en weer aangemaakt. Per jaar wordt 10% van de botten vernieuwd. Bij jonge mensen tot ongeveer 35 jaar neemt de totale botmassa toe, omdat er meer bot wordt aangemaakt dan afgebroken. De botten worden daardoor zwaarder en steviger. Tussen de 35 en 45 jaar blijft de botmassa ongeveer gelijk. De aanmaak van bot is dan even groot als de afbraak. Na die tijd raakt dat evenwicht verstoord. Er wordt meer bot afgebroken dan aangemaakt.
Botontkalking kan ook een gevolg zijn van een verstoorde hormoonhuishouding. Calcium en fosfor zijn belangrijke mineralen bij de opbouw van beenderen. Het lichaam heeft twee keer zoveel kalk als fosfor nodig. Fosfor zit vooral in vlees en in frisdranken met prik. De meeste Nederlanders krijgen veel meer fosfor binnen dan calcium. Als het lichaam in verhouding teveel fosfor binnen krijgt, raakt de mineraalhuishouding verstoord. Het lichaam doet dan een beroep op de kalk uit de botten, om te voorkomen dat het bloed verzuurt. Als dat proces lang doorgaat, worden beenderen broos en breekbaar en ontstaat botontkalking. Verder kan ook een lange periode van immobiliteit (te weinig bewegen) osteoporose veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je na een botbreuk gips krijgt: je kunt het betreffende lichaamsdeel dan een tijd niet genoeg bewegen.
Zowel mannen als vrouwen kunnen botontkalking krijgen, maar oudere vrouwen lopen meer risico. Na de overgang produceert het lichaam namelijk veel minder vrouwelijk hormoon (oestrogeen). Dit hormoon remt van nature het proces van botafbraak. Naar schatting heeft ongeveer de helft van de mensen boven de 60 jaar botontkalking, maar lang niet iedereen heeft er last van. Botontkalking bij de vrouw kan al snel beginnen na het stoppen van de menstruaties. Bij de man begint de kans op osteoporose ongeveer acht jaar later dan bij de vrouw.
Botontkalking is de oorzaak van duizenden heupfracturen per jaar. Vrouwen hebben daarop twee tot driemaal meer kans dan mannen. Botbreuken kunnen iemands leven behoorlijk in de war sturen. Vooral bij mensen op leeftijd kunnen ze ernstige gevolgen hebben. Actieve, zelfstandig wonende bejaarden zijn na het breken van een heup vaak aangewezen op hulp van anderen. Vaak leidt een gebroken heup dan ook tot opname in een verpleeghuis.
Door een auto-ongeluk, door verwonding bij het sporten, door ziekte of doordat je verkeert valt, kun je een bot breken. Botbreuken oftewel fracturen komen veel voor bij kinderen wanneer er iets fout gaat bij het buiten spelen, en bij mensen (vooral vrouwen) boven de 65. Veel ouderen breken een heup. De kans op breuken stijgt naarmate men ouder wordt. Een fractuur zorgt voor een zwelling en doet bijzonder veel pijn. Je bent niet in staat het betreffende lichaamsdeel niet bewegen. En in sommige gevallen kan het bot uitsteken, en vervormd of verkleurd raken.
Een bot kan breken en het kan scheuren. Als het zachte weefsel dat het bot omhult, intact blijft, spreken we over een scheur. Dit is een eenvoudige fractuur; bij een gecompliceerde breuk is de huid beschadigd, zodat het gebroken bot zichtbaar is en daardoor ontstoken kan raken. Fracturen die door ziekte worden veroorzaakt (door osteoporose, een tumor of cyste) heten pathologische fracturen. In dergelijke gevallen is het bot verzwakt, waardoor het gemakkelijker breekt.